zaterdag 10 september 2011

Wachtend op de nachtvlucht naar Amsterdam .....

Achterkant van De Tafelberg bij Kaapstad
De verwachte vertrektijd van de nachtvlucht van Johannesburg naar Amsterdam is 23:20 uur. Dat geeft mij nog even tijd om een  paar indrukken vast te leggen die ik aan mijn blog kan toevoegen. Indrukken die we hebben opgedaan tijdens een overvolle week waarin wij kennis hebben gemaakt met Zuid-Afrika, de indrukwekkende natuur, de geschiedenis, de nog steeds bestaande contrasten, de gemeenten en de uitdagingen waarvoor het openbaar bestuur staat. Tijdens onze bustocht van Johannesburg naar Hazyview, bij het Krugerpark, werden we uitgebreid en zeer gedetailleerd door onze gids geïnformeerd over de verhoudingen in het land. De apartheidspolitiek en de daarop volgende, relatief vredige, vrijheidsstrijd zijn van grote invloed geweest op de relaties en de cultuur in Zuid-Afrika. Apartheid heeft plaats gemaakt voor erkenning van - en respect voor – de verschillen in een overwegend tribale samenleving. Hoewel Engels de gemeenschappelijke taal is die wordt gesproken, heeft iedereen recht op zijn eigen taal en op onderwijs in die taal. In totaal worden er tien, geheel van elkaar verschillende, talen gesproken. Tijdens ons bezoek aan de city manager en het management team van Kaapstad bleek dat alleen al in dat gebied in drie talen wordt gecommuniceerd. Voor de gemeenteraad en de diverse commissies is de consequentie daarvan dat er simultaan wordt getolkt en dat voorstellen en verslagen in deze drie talen moeten worden vertaald (Engels, Afrikaans en Xhosa (een Zulu-taal). 
 
Eén van de drietalige opschriften
in het gemeentehuis van Kaapstad
Een ander aspect van deze gelijkberechtiging is dat iedereen recht heeft op huisvesting, op onderwijs en op werk. Het recht is er, maar de economische situatie belemmert nog te veel mensen om hun recht ook te effectueren. Dat wordt schrijnend duidelijk als je langs de townships, de buitenwijken van de grote steden, rijdt waarin miljoenen mensen wonen zonder fatsoenlijke elementaire voorzieningen als water, sanitair en riolering. Mensen die tijdens de Apartheid werden gecategoriseerd als “kleurling” of  “Indiër” wonen iets beter dan de zwarte bevolking, maar ook hun woonwijken zijn zichtbaar eenvoudiger en minder functioneel dan die van de blanken. De meeste villawijken, luxe appartementen en tweede woningen, zijn eigendom van blanken. Tijdens de conferentie van IMASA, de organisatie van city managers in Zuid-Afrika, sprak ik met een city manager van een gemeente in de omgeving van Johannesburg, die mij vertelde dat zijn stad een samenwerkingsrelatie heeft met de gemeente Alkmaar. Het doel van dit samenwerkingsverband is gericht op sociale huisvesting van de armste inwoners in zijn gemeente.   
Eén van de schrijnende nalatenschappen van het Apartheidsregime is dat de kennis van het openbaar bestuur niet werd gedeeld met de zwarte bevolking. De nieuwe politieke verhoudingen in het land hebben er wel voor gezorgd dat de oorspronkelijke bewoners van het land banen in het (lokaal) openbaar bestuur zijn gaan uitoefenen. Maar dat is in veel gevallen niet gepaard gegaan met verbetering van de kwaliteit. Ook tijdens de IMASA-conferentie moesten wij vaststellen dat het kennisniveau van de administratieve managers zeer divers is. Alle ingewijden die wij spraken erkennen dat er trieste voorbeelden zijn van mismanagement, slechte service aan burgers, corruptie en nepotisme. Kennelijk in reactie op die zorgelijke situatie is op dit moment nationale wetgeving in voorbereiding waarin eisen worden gesteld aan de opleiding en de competenties van het management in bestuursorganen en waarin gemeenten verplicht worden in voldoende mate specifieke deskundigheid in huis te hebben, o.a. op terreinen als recht, financiën en techniek. IMASA steunt deze wet van harte.

De komende dagen meer. Nu moeten we gaan inchecken voor onze vlucht naar Amsterdam.

woensdag 7 september 2011

Zuid-Afrika, een combinatie van eerste- en derdewereldland

Onze dagen in en rond Kaapstad beginnen vroeg en eindigen laat. 's-Morgen om half zes wordt de reveille geblazen en pas tegen half elf 's-avond zijn we terug in het hotel. Gister werden we op het stadhuis ontvangen door de city manager en zijn staf. We kregen een gedetailleerd beeld van de wijze waarop de stad (3,8 miljoen inwoners) wordt bestuurd. Een paar data: de gemeente heeft 221 raadsleden; een door en uit de raad gekozen burgemeester en 10 leden in een zgn. "Mayoral committee".en 25.000 medewerkers. De communicatie in de raad en met burgers is consequent drietalig: Engels, Afrikaans en de taal van de Zulu-stam. Dat betekent dat er vertalers in dienst zijn om de stukken te vertalen en om simultaan te tolken tijdens de vergaderingen van de raad en de vele commissies.

Onze dag begon vanmorgen met een college aan de University of the Western Cape over de bijdrage die door die universiteit wordt geleverd aan het democratiseringsproces van het lokaal bestuur in Zuid-Afrika. En vanmiddag werden we ontvangen door de citymanager van de gemeente Hermanus (85.000 inwoners). Vanwege het late tijdstip ga ik nu niet meer in op de informatie die we kregen. Dat moet helaas op een ander moment. Maar niemand die wij spraken maakt er een geheim van dat het lokaal bestuur in Zuid-Afrika nog voor veel uitdagingen staat. Corruptie en nepotisme worden door al onze informanten genoemd als verschijnselen die met kracht dienen te worden bestreden. Maar ook de afstemming tussen de verschillende bestuursorganen verdient nog veel aandacht. Ik zal daar later nog wel over schrijven.

Een belangrijke opgave voor de  Zuid-Afrikaanse overheden is ongetwijfeld de huisvesting van de inwoners. Soweto is de bekendste sloppenwijk van Johannesburg, maar deze Shantitowns komen in het hele land voor. En ze worden bewoond door miljoenen mensen. In woningen die de benaming woning niet doorstaan. Het zijn hutten zonder aansluiting op water- en riolering; men beschikt over één toilet en één kraan per straat voor gezamenlijk gebruik. Nabij Kaapstad ligt een dergelijke nederzetting met 1,2 miljoen inwoners. en het is niet de enige in en rond de stad.

Het contrast met de luxe woningen in de Kaapprovincie, toch altijd nog overwegend bewoond door de blanke bevolking, is enorm. Langs de boulevard van Heremanus en op soortgelijke plekken staan woningen en buitenvereblijven van de welgestelden en zeer rijken. Goed beveiligd door bewakingsdiensten, soms achter prikkeldraad of schrikdraad.

 Zuid-Afrika is een prachtig land. Een overweldigende natuur, een heerlijk klimaat, een spannende fauna en een weelderige flora. Maar het is in veel opzichten een ontwikkelingsland met een mondaine uitstraling van een een eerste wereldland. De tegenstellingen liggen op straat.

maandag 5 september 2011

Once in a lifetime experience, lange dagen.... en zonder internet

De afgelopen twee dagen logeerden we in een hotel in Hazyview, dicht bij een entree van het Krugerpark en op bijna 500 kilometer afstand van Johannesburg. Een mooi hotel, maar zonder internetverbinding. Het waren lange dagen. Op zondagmorgen werden we om half vijf gewekt en om zes uur reden we naar het Krugerpark. Daar zijn we van zonsopgang tot zonsondergang gebleven, vooral om te genieten van de enorme variëteit aan wilde dieren, maar ook om geïnformeerd te worden over de principes waarop het management van het park berust. Ook op de andere dagen kwam de 'wake-up call' om zes uur. Dat zal morgenvroeg, dinsdag, ook weer het geval zijn, omdat we om 8 uur in het gemeentehuis van Kaapstad worden verwacht voor een bijeenkomst met de citymanager en een aantal officials van de stad. Zowel tijdens de tocht naar Hazyview als op de terugweg kregen we veel informatie over de politieke, sociale en economische verhoudingen in Zuid-Afrika. Daar kan veel over worden verteld, maar ik zal mijn impressies bewaren voor de komende dagen. Want ook vanmorgen werden we in Hazyview al om 6 uur uit bed gebeld. Vervolgens reden we terug naar Johannesburg, vanwaar we een bijna twee uur durende vlucht naar Kaapstad hadden. We kwamen omstreeks kwart voor negen in het hotel aan: inchecken,  opfrissen en dineren. Daarna de internetverbinding testen. Maar het is ook de hoogste tijd om te gaan slapen; althans, als ik morgen fris en fruitig de informatie wil verwerken waarop wij door de citymanager van Kaapstad worden onthaald.

vrijdag 2 september 2011

Apartheid is exactly where it belongs: in a museum

Deze vrijdag was de dag waarop de deelnemers aan de studiereis zich verzamelden in het Protea-hotel Wanderer in Johannesburg. Voor de Europeanen was het een lange reis, maar voor de Amerikanen was de tocht veel zwaarder. Zij hadden reizen achter de boeg van 18 tot 31 uur. Mijn Nederlandse collega Wim Fluks uit Hengelo arriveerde al vroeg in de morgen vanuit Düsseldorf, samen met twee deelneemsters uit Alaska die de avond tevoren al waren aangekomen, maar die in een hotel bij het vliegveld hadden geslapen. We besloten met zijn vieren naar het Apartheidsmuseum in Johannesburg te gaan.

Bij de entree werden blank en zwart gescheiden. Aparte ingangen! Het entreebewijs bepaalde wie blank was en wie zwart. Eenmaal binnen werden we door een pad geleid met aan beide zijden de identiteitskaarten die onder het apartheidsregime werden toegepast. De als blank geregistreerde bezoekers liepen door een andere gang dan degenen die als zwart waren geoormerkt. Wij ervoeren het als een opluchting dat deze kunstmatige scheiding alleen van toepassing was op de entree van het museum. Al snel konden we gezamenlijk door het museum lopen en de tocht maken die begint met de doctrine van de segregatie.

Die tocht bracht ons terug naar de geschiedenis van de vroegere culturen van Zuid-Afrika en naar de periode van de pre-apartheid. We werden geconfronteerd met de jaren waarin classificatie op basis van ras de basis voor de samenleving was, de 150 apartheidswetten, de gevangenneming en de onderdrukking van tegenstanders van het systeem. We zagen de opkomst van het bewustzijn van de onderdrukte zwarte bevolking, de gewapende (en ongewapende) strijd en we zagen de nieuw verworven vrijheid na de bevrijding van Nelson Mandela, wat uiteindelijk leidde tot de vredesonderhandelingen en de start van de huidige staat Zuid-Afrika.

Na terugkeer in het hotel bleken al meer deelnemers aan de studietour te zijn gearriveerd. Afgezien van een paar deelnemers die pas vannacht of morgenvroeg in Johannesburg aankomen was iedereen aanwezig voor een gezamenlijke maaltijd. Kennismaken, wat huishoudelijke afspraken.... en dan op tijd naar bed. Morgenvroeg moeten we er op tijd uit voor onze tocht naar Mpumalanga in het Krugerpark. De rit daarheen gaat langs de zogenoemde Panorama route en moet een enorme belevenis zijn.

Aankomst Johannesburg

Gisteravond, 1 september 2011, landde het vliegtuig om kwart over negen in Johannesburg, na een keurig op schema uitgevoerde vlucht van zo'n elf uur. Voordat boven Afrika de duisternis inviel, zo rond een uur of zes, had ik goed uitzicht op de landschappen die tien kilometer onder mij doorschoven: de Oostenrijkse bergen, de prachtige kusten van Kroatië en Albanië, de Cycladische eilanden in Griekenland (we vlogen recht over het ons zo bekende Serifos). Dat het noorden van Afrika woestijngebied is, was mij al natuurlijk al sinds de lagere school bekend. Toch verbaasde mij de onmetelijkheid ervan. Uren lang vlogen we over die enorme zandbak van Egypte en de Sudan. Daarna werd het landschap geleidelijk aan groener en vervolgens heel groen en uitgestrekt. We vlogen over Lake Victoria in Kenya, de Kilimanjaro in Tanzania en de stad Harare in Zimbabwe.

Mijn koffer kwam als eerste van de band, zodat ik de wat uitgestorven luchthaven van Johannesburg al omstreeks kwart voor tien kon verlaten. In de aankomsthal stonden Nic en William van de reisorganisatie iKapa op mij te wachten, met een bordje "IIMC Studytour" in de hand. William reed mij vervolgens naar het hotel en hielp me met inchecken. Tijdens de rit van circa 40 kilometer kreeg ik van hem de eerste impressies over Zuid-Afrika.

William vertelde over het grote aantal illegalen in het land, afkomstig uit diverse buurlanden, met name Zimbabwe. Maar, aldus William, veel minder uit Botswana. Dat land heeft volgens hem een levensstandaard die vergelijkbaar is met die van Zuid-Afrika. "Er is alleen veel minder criminaliteit". Volgens William komt dat ondermeer door de straf die criminelen krijgen: ongeacht de misdaad die zij hebben begaan, wordt een pink geamputeerd, waardoor zij levenslang als delinquent herkenbaar zullen  zijn, al vanaf het moment dat je ze een hand geeft. "Misschien een beetje wreed, maar wel effectief", aldus William.
Groot probleem voor Zuid-Afrika is volgens de chauffeur de corruptie, die zich voordoet in alle lagen van de samenleving. Zelfs politiemensen tonen volgens hem geen enkele gêne en maken vaak misbruik van de machtspositie die zij hebben.

Op de vraag hoeveel inwoners Johannesburg heeft kon William geen antwoord geven. Officieel zijn het er volgens hem ruim 4 miljoen. Maar veel mensen zijn niet geregistreerd en er zijn ook veel illegalen. Het zou hem niet verbazen als de stad in totaal meer dan 6 miljoen mensen herbergt. Op dit moment probeert het stadsbestuur daar meer zicht op te krijgen. Niet om de illegalen weg te sturen, maar om zicht te krijgen op de noodzakelijke voorzieningen, bijvoorbeeld op het gebied van de gezondheidszorg.

Om 11 uur was ik in het hotel. Wel moe, maar omdat er geen tijdverschil is tussen Nederland en Zuid-Afrika, zonder jetlag.